De Langste Dag

2 juli 2019

Ruim acht maanden, 7000 trainingskilometers en rond de 20.000 hoogtemeters leiden via Spanje, driekwart Nederland en half België naar Noorwegen, en die ene dag, 21 juni, de langste dag van het jaar, de Styrkeprøven!

Dit was de 53e editie van de Styrkeproven dat onderdeel is van de Gran Fondo World Tour. Er waren zo’n 5000 deelnemers, verspreid over de verschillende afstanden van het evenement. Je kan bijvoorbeeld in Lillehammer starten, dat scheelt toch alweer de helft met de start in Trondheim, waar de echte “idioten” aan de start staan. Een van hen deed voor de 53ste keer mee, indrukwekkend want die man zou toch al snel rond de 70 jaar oud moeten zijn! Maar het kan nog gekker, er waren ook mensen die met een step deze monstertocht deden!

In de aanloop naar de start voelde ik een bepaalde spanning, een combinatie van zin om te starten en pure angst. Die afstand, bijna 543 kilometer, de duur, toch al snel 20-24 uur en het weer… We waren onzeker wat we konden verwachten in Noorwegen. Waar het in de zomer kan spoken, het koud is op hoogte en je geen garanties krijgt wat betreft de windrichting. Stel je voor, ruim 540 kilometer tegen windkracht vijf in stoempen?! Angst dus. Maar tegelijkertijd wil je dan maar zo snel mogelijk beginnen, want dan kan je niet meer twijfelen over je kleding, hoeveel pauzes je gaat doen en of de wind mee of tegen zal vallen, dan geldt maar een ding: finishen!

Aankomst in Trondheim

Woensdag kwamen we aan in Trondheim. We hebben meteen de halve supermarkt leeggekocht, vooral de afdeling met pasta was een paar kilo lichter na ons bezoek. We hebben tot aan de start eigenlijk non-stop gegeten. 

Donderdag hebben we Trondheim een beetje verkent toen we op zoek gingen naar een fietsenmaker omdat Jason zijn ‘front plate’ van zijn stuur te strak had aangedraaid, met zijn speciale Nm inbussleutel, met een scheurtje in het aluminium als resultaat.

Uiteindelijk was er geen geschikte vervanging en kostte het veel te veel om dat met express post door Canyon op te laten sturen. Dus met een MacGyver oplossing een tijdelijke fix gemaakt bij de fietsenmaker en maar hopen dat hij niet ineens met een los stuur in zijn handen zou komen te zitten.

Noorwegen is echt een prachtig land, dat cliché kan ik bevestigen. Verder zijn de Noren erg ontspannen mensen. Ik kan het in elk geval aan iedereen aanraden als vakantiebestemming, met of zonder fiets. Vergezichten, toendras, bergen en prachtige rivieren en meren. Het bleef ook de hele nacht licht zoals de meesten wel bekend, dat is best een rare gewaarwording. Maar als je 24 uur moet fietsen erg welkom.

De Start

Vrijdag was het dan eindelijk ‘race day’. Om 21:28 zou onze groep starten. Ik maakte me zorgen over die tijd, want je bent op dat moment in principe al 12 uur wakker, als het niet meer is, en dat maakt het evenement dus nóg zwaarder. Ik was liever om vier of vijf uur in de ochtend gestart. Maar die tijden waren voor wedstrijdgroepen. Dus na een dag met weer bijna constant eten en proberen zoveel mogelijk te rusten, verzamelden we bij de start. De voorspelling was regen bij de start die een aantal uur zou aanhouden, het was droog, wat een geluk, hopelijk een goed teken!

We reden precies op tijd weg en zaten met een paar dozijn andere starters in een groep. Wij waren met zijn negenen, drie vrouwen, zes mannen, vier uit Den Haag en vijf uit Amsterdam. We reden met onze groep direct achter een andere groep. Het tempo was nog best straf, ik vermoed dat iedereen stond te springen om te beginnen en zich maar moeilijk kon inhouden. We waren los!

Na een kilometer of 15 moest onze groep ineens stoppen want een van ons had een loszittend stuur (niet Jason ;). Dit kwam eigenlijk best goed uit want het begon lichtjes te regenen, dus we hadden meteen tijd om onze regenjassen aan te doen. Ik hoopte nog dat het een kort buitje zou zijn, maar deze hoop was ijdel. Het zou vervolgens ruim vier uur blijven regenen, en hard ook.

De Styrkeproven behelst ook 3500 hoogtemeters en die beginnen kort na de start al, waarbij je naar een plateau rijdt op iets meer dan 1000 meter hoogte. Ik had mijn overschoenen en winterhandschoenen nog niet aangedaan, zodat ze niet doorweekt zouden zijn als het koud werd. Dit was een goeie zet. Want nog voor de eerste stop waren mijn voeten al doorweekt, alsof je met twee waterballonnen aan je voeten fietst. Ondertussen bleef het maar regenen en begonnen wij te klimmen en de temperatuur te dalen.

Bij de tweede stop op 100 kilometer hebben ik droge sokken, overschoenen en winterhandschoenen aangedaan, zo goed en zo kwaad als dat ging. Mijn handen en voeten waren als ijsklompjes en gevoelloos. We vervolgde onze weg voor een langere stint van zo’n 95 kilometer. Ondanks dat de regen nu stopte werd het wel steeds kouder, ik zag op mijn Karoo een temperatuur van 0 graden, andere zagen zelfs -1. 

Bovenop het plateau was het wel prachtig, een soort toendra leek het. De zon begon ook weer boven de heuvels te stijgen en rustig aan zag ik weer warmte aan het eind van de ijstunnel. We kregen wel wat tegenwind te verduren daarboven, maar al snel begonnen we aan een afdaling die alles bij elkaar zo’n 100 kilometer zou duren, heerlijk!

Moraal

De zon bleef stijgen, wij bleven dalen, de temperatuur werd aangenamer. Op ongeveer 195 kilometer zat de volgende stop. Warme soep, een warmtekanon in een warme tent en droge sokken brachten weer wat moraal. Maar de echte moraal kregen wij van de twee fotografen die ons achtervolgden op deze epische reis om een portretserie van een aantal van ons te schieten. Chris & Marjan! Bij elk van de negen stops, voor de start en na de finish, maakten ze foto’s van ons. Onderweg brachten ze ook het prachtige landschap van Noorwegen in beeld. De hoop was om zo een serie te maken van de aftakeling die wij zouden ondergaan (link naar publicatie volgt later!).

Zowel Chris als Marjan zijn toppers die niet alleen prachtige foto’s schieten maar ons ook te hulp schoten door water te halen, ons afval op te ruimen en al ons eten en droge kleding mee te nemen in de auto. Daarnaast zorgde de spontane muzikale uitspattingen van Chris, die over elke parkeerplaats waar we pauzeerden schalden, dat we vol moraal en vreugde weer de volgende etappe van de rit aangingen. Klassiekers als ‘aint no mountain high enough’ inspireerde ons natuurlijk om weer verder te gaan vol hernieuwd moraal!

Grote getallen

Na deze stop ging ik met droge voeten verder. Het was inmiddels 7:00 in de ochtend en we hadden 9.5 uur gefietst. Ik was de laatste twee uur verschrikkelijk moe geweest, we waren ook al ruim 20 uur wakker. Maar vanaf dit moment begon ik over mijn slaap heen te komen. De warmte van de zon begon echt te helpen en mijn voeten waren ontdooid en mijn handen deden het weer.

De volgend halte was rond de 75 kilomter verder, we zouden dan bijna op de helft zijn. Ik keek op mijn Karoo en realiseerde me dat die getallen steeds minder betekenis kregen. 270 kilometer is ver en lang rijden, maar de betekenis daarvan valt compleet in het niets als je realiseert dat je dan pas op de helft bent…!

De stops kwamen en gingen, de kilometers ook, toen we de 335 passeerde hadden we allemaal ons persoonlijk record, van twee weken eerder, geslecht. Elke trap was een nieuw record, maar het was nog steeds ruim 200 kilometer naar Oslo. Ik merkte ondertussen dat ik steeds beter werd. De moraal van Chris en Marjan gecombineerd met mijn goede benen gaf me vleugels. We waren inmiddels minder dan zes uur van de finish. Het laatste deel was in kleinere stints opgebroken, met stukken van 30-50 kilometer per keer. Dit maakte het voor het eerste overzichtelijk.

Naar de finish!

In een groep rijden is vaak een voordeel, maar er komt een gegeven moment, zeker als er ook geklommen moet worden en zeker bij de afmatting na zoveel kilometers, dat iedereen zijn eigen tempo moet rijden. De groep bij elkaar houden werd steeds moeilijker. Ik vloog met Rens van stop maar stop, bij elke klim reden we zonder moeite weg en we besloten dan ook maar door te rijden tijdens de laatste twee stints.

Toen we wegreden bij de laatste stop zag ik dat ik 30,1 km/h gemiddeld had staan en zei ik dat ‘als we nou rustig rond de 32 kilometer per uur naar de finish rijden’ we die mooie snelheid zouden vasthouden. Nog geen minuut nadat Rens instemde hoorden we een fluitje en werden we door een groot peloton ingehaald. We wisselden een blik met elkaar en sprongen in het laatste wiel. Zo reden we in een zetel naar de finish met een snelheid van zo’n 45 kilometer per uur! We vlogen over de afgezette snelweg rond Oslo, dit was echt genieten. We finishten uiteindelijk met een gemiddelde snelheid van 30,3 km/h, een rijtijd van 17:58 en een totale tijd van net boven de 22:00 uur!

Na die avond in coma te zijn geraakt werd ik verkouden wakker en kreeg Coen een acute bronchitis aanval. Maar dat was het waard. We hebben ook alles gegeten dat binnen handbereik kwam gezien we ruim 12.000 calorieën hadden verbrand en waren verder drie dagen lang apathische zombies. ‘Dit nooit meer!’ zeiden we.

Maar we hadden het wel gehaald, en met een mooie tijd. Afgelopen woensdag was ik weer thuis, en na een nachtje in mijn eigen bed betrapte ik mezelf erop dat ik begon te denken dat het eigenlijk wel was meegevallen, en ‘dit zou ik best nog een keer aankunnen…’. Het zijn rare jongens, die wielrenners!

De komende weken neem ik wat rust. Daarna ga ik wat meer schrijven over training en voeding en hoop ik ook misschien anderen te bewegen om hun inzichten hier te delen. En dan aan het einde van de zomer ga ik eens kijken naar de uitdaging van volgend jaar, de Haute Route!

Close Menu